In de Koepelkerk ligt naast het doophek een oude grafsteen van de moeder van Peter Stuyfsant, de oud-gouverneur van Nieuw Amsterdam ofwel New York. Zij was de vrouw van Balthasar Stuyfsant en hij was predikant in Berlikum van 1622 tot 1634. Zij overleed op 2 mei 1625, oud 50 jaar en werd in vorige kruiskerk op de plek van de Koepelkerk begraven. Deze steen kwam met een aantal andere grafstenen tevoorschijn bij de grote restauratie van 1970 – 1980 en ze hebben een plaats gekregen rondom en onder het doophek.

Tijdens Tsjerkepaad en Kunst in Kerken wordt vaak gevraagd naar deze steen. De vrijwilligers vertellen ook over deze grafsteen en men vindt het altijd heel bijzonder.

De steen laat de familiewapens zien van Balthasar Stuyfsant en zijn  vrouw Margareta Hardenstein. Naast de gebruikelijke grafteksten staat op de grafsteen een Latijnse tekst. In het verleden hebben zich al enkelen het hoofd hierover gebroken. Met de goede hulp van dr. Jacob van Sluis (inderdaad, de man van Maartje) is nu de tekst ontrafeld. Het heeft ook hem enkele slapeloze nachten gekost en helemaal zeker is ook hij niet over de vertaling. Waarschijnlijk kende de steenhouwer geen latijn  of heeft ds. Stuyfsant hier en daar Grieks en Latijn door elkaar gehaald? De gemeenteleden zullen het voor juist aangenomen hebben, dominee zal het immers wel weten.

De Latijnse tekst is vertaald als volgt.

[Eenmaal] geboren sterven we, stervend leven wij, het eerste bracht de ene Adam teweeg, het tweede bewerkte de andere Adam. O Christus, kom, zie en overwin voor de uwen. Gestorven kon U voor Uzelf de dood overwinnen, U was er om de dood uit te wissen. Zo werd [maakte??] ik [op] aarde een rode vlek [rood kan ook slaan op aarde] zonder 16 engelen [?] en zo werd de dood mij een winst en U bent het leven, Christus.

 

Wel is de tekst duidelijk, dat de Christus de dood heeft overwonnen door zijn dood aan het kruis voor wie in Hem geloven. En die boodschap horen wij nog elke week in de kerk.

Durk Osinga, Tsjerkelûden augustus 2019