Op de preekstoel in de Koepelkerk staan de vier jaargetijden afgebeeld. Op het wintertafereel hangen aan een ring veel elementen die met de winter te maken hebben en ook schaatsen. Voor zover mij bekend is er geen enkele andere preekstoel waarop een paar echte Friese doorlopers zijn afgebeeld. Net als met een schilderij uit de 18e eeuw moet je er even langer naar kijken en dan zie je steeds meer dingen. Naast de schaatsen diverse soorten schelpen, schepjes, een voorraad pot, bladeren van de klimop.

Wat heeft dit nou te maken met een preekstoel en de bijbelse boodschap? Toen moest ik denken aan het gezegde Hoe komt Jan Splinter door de winter?

De winter is een periode in het leven waarin de dood een grote rol heeft. Het vruchtbare leven in de schelpen is weg en alleen de beschermende schelp blijft achter als teken van het voorbije leven. De mensen leggen een voorraad voedsel aan in bewaarpotten om zo de winter door te komen. Dat wordt tegenwoordig nog wel gedaan in zoutpotten en vroeger de weckflessen.

Met voldoende geestelijk voedsel uit de bijbel kan men over het bevroren (dode) water met de schaatsen grote tochten en ook plezier maken, al is in de winter de dood vaak dichtbij. En de klimopbladeren dan? De wintergroene bladeren verwijzen alvast naar het voorjaar met het nieuwe groen. En dat zien we weer terug in de vele kerststukjes. Zo komt Jan Splinter wel door de winter van zijn leven.

Durk Osinga, Tsjerkelûden december 2018