10 01, 2023

Nieuwe website

2023-01-10T08:30:28+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Nieuwe website

Eind 2022 zijn er verkennende gesprekken gevoerd met de bouwer van de website van de werkgroep Minnertsga Vroeger. We hebben gezien hoe bij de werkgroep een en ander is georganiseerd in hun dorpsarchief en gevraagd of de websitebouwer ook wat voor de Oudheidkamer De Grusert kon en wilde betekenen. Dat heeft geresulteerd in een aantal afspraken voor het bouwen van een nieuwe website voor de Oudheidkamer. De website is in de basis vrijwel gelijk als die van Minnertsga Vroeger, maar op detail natuurlijk wel anders. Door beide partijen is daar bewust voor gekozen om een zekere 'uniforme' uitstraling te krijgen. Berltsum en Minnertsga liggen vlak bij elkaar en in dezelfde gemeente Waadhoeke. Tussen beide dorpen zijn raakvlakken. Zo zijn er in Berltsum en Minnertsga vroeger veel gardeniers (tuinders) geweest en zijn er onderlinge familierelaties in de verschillende stambomen te vinden. Bovendien waren beide dorpen in het verre verleden per trein bereikbaar en hadden de beide dorpen een veiling voor tuin- en landbouwproducten. Is de website nu klaar? Nee, zeker niet. Er moeten nog een aantal onderdelen zoals een beeldbank worden ingebouwd de komende tijd. Maar wij wilden alvast deze mooie aanwinst voor ons dorpsarchief De Grusert alvast laten zien. Mogelijk dat de website zo nu en dan offline is, maar dan weet u dat er druk wordt gesleuteld.  

10 01, 2023

Oude grafsteen geeft zijn geheimen prijs

2023-01-10T08:25:13+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Oude grafsteen geeft zijn geheimen prijs

In de Koepelkerk ligt naast het doophek een oude grafsteen van de moeder van Peter Stuyfsant, de oud-gouverneur van Nieuw Amsterdam ofwel New York. Zij was de vrouw van Balthasar Stuyfsant en hij was predikant in Berlikum van 1622 tot 1634. Zij overleed op 2 mei 1625, oud 50 jaar en werd in vorige kruiskerk op de plek van de Koepelkerk begraven. Deze steen kwam met een aantal andere grafstenen tevoorschijn bij de grote restauratie van 1970 – 1980 en ze hebben een plaats gekregen rondom en onder het doophek. Tijdens Tsjerkepaad en Kunst in Kerken wordt vaak gevraagd naar deze steen. De vrijwilligers vertellen ook over deze grafsteen en men vindt het altijd heel bijzonder. De steen laat de familiewapens zien van Balthasar Stuyfsant en zijn  vrouw Margareta Hardenstein. Naast de gebruikelijke grafteksten staat op de grafsteen een Latijnse tekst. In het verleden hebben zich al enkelen het hoofd hierover gebroken. Met de goede hulp van dr. Jacob van Sluis (inderdaad, de man van Maartje) is nu de tekst ontrafeld. Het heeft ook hem enkele slapeloze nachten gekost en helemaal zeker is ook hij niet over de vertaling. Waarschijnlijk kende de steenhouwer geen latijn  of heeft ds. Stuyfsant hier en daar Grieks en Latijn door elkaar gehaald? De gemeenteleden zullen het voor juist aangenomen hebben, dominee zal het immers wel weten. De Latijnse tekst is vertaald als volgt. [Eenmaal] geboren sterven we, stervend leven wij, het eerste bracht de ene Adam teweeg, het tweede bewerkte de andere Adam. O Christus, kom, zie en overwin voor de uwen. Gestorven kon U voor Uzelf de dood overwinnen, U was er om de dood uit te wissen. Zo werd [maakte??] ik [op] aarde een rode vlek [rood kan ook slaan op aarde] zonder 16 engelen [?] en zo werd de dood mij een winst en U bent het leven, Christus.   Wel is de tekst duidelijk, dat de Christus de dood heeft overwonnen door zijn dood aan het kruis voor wie in Hem geloven. En die boodschap horen wij nog elke week in de kerk. Durk Osinga, Tsjerkelûden augustus 2019

10 01, 2023

Kindersterfte door pokkenepidemie

2023-01-10T08:22:37+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Kindersterfte door pokkenepidemie

In de Koepelkerk liggen twee grafsteentjes van kinderen van dominee Petrus Nota, die predikant was in Berltsum van 1775 tot 1808. De tekst op de stenen is in het Latijn en deze tekst is kortgeleden vertaald door Jacob van Sluis. En daaruit blijkt, dat de beide kinderen in 1775 aan de zeer besmettelijke ziekte de pokken zijn overleden. De vertalingen zijn als volgt. In het jaar 1775 op de dag 27 oktober is na een korte ziekte van pokken aan de uiterst bedroefde ouders ontrukt de allerliefste dochter Elisabeth Nota, op 12-jarige leeftijd, en ze ligt hier begraven. In het jaar 1775 op de dag 23 december is tot grote smart van zijn ouders aan de pokken gestorven de beste jongeling Dominicus [Douwe] Nota, student in de letteren, in de leeftijd van 21 jaar, en hij rust onder deze steen. Dit was wel een zeer bedroefde start van ds. Nota in Berltsum. Pokken is een ziekte die geregeld voorkwam in heel Nederland, zowel in de steden als op het platteland. De dichtheid van de bevolking en de nabijheid van stedelijk gebied was van grote invloed op het vóórkomen van pokken. Uit onderzoek blijkt, dat op het platteland 5-6 % van de bevolking stierf aan de pokken. Pokken wordt algemeen als een kinderziekte gezien. Bekend is dat in 1775 een pokkenepidemie heerste in Drenthe. Of deze zich uitgebreid heeft naar Friesland, heb ik tot dusver niet kunnen vinden. Maar de beide grafschriften tonen duidelijk aan, dat de ziekte zich ook in Berltsum voordeed. De archieven uit de periode rond 1775 zijn beperkt maar geven toch wel een aanwijzing over de kindersterfte. De geboorte en doop van kinderen zijn bekend vanaf 1772. Ik heb onderzocht, dat in de periode 1772-1775 in Berltsum 53 kinderen geboren zijn en van die kinderen stierven er 19 op heel jonge leeftijd ofwel 36%.  Na de pokkenepidemie zijn in de drie jaren daarna eveneens 53 kinderen geboren waarvan 9 jong zijn overleden ofwel 17%. Hieruit blijkt wel, dat de pokkenziekte veel jonge slachtoffers veroorzaakt heeft. De kindersterfte was vroeger veel hoger dan tegenwoordig maar het veel hogere sterftecijfer van de heel jonge kinderen toont duidelijk de pokken als oorzaak aan. En dan is nog niet eens de sterfte onder de oudere kinderen, waaronder die van ds. Nota, en de volwassenen meegerekend. Dominee Petrus Nota had 7 kinderen en in 1781 waren er nog twee kinderen in leven. Dit schrijft hijzelf in het boek dat in 1781 ter gelegenheid van de bouw van de Koepelkerk is uitgegeven. Twee kinderen zijn dus aan de pokken overleden en de andere drie kinderen zijn kennelijk ook jong overleden. Dominee Petrus Nota is in 1808 op 79-jarige leeftijd overleden te Berltsum en had 4 kleinkinderen. Hij is ondanks het zware verlies van zijn kinderen doorgegaan met het brengen van het Evangelie. Zijn persoonlijk ervaren blijkt duidelijk uit de ongebruikelijke, emotionele Latijnse teksten. We mogen aannemen dat hij kracht heeft ontvangen van God om zijn werk voort te zetten. En deze kracht geeft [. . .]

10 01, 2023

Latijn en scholen

2023-01-10T08:19:28+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Latijn en scholen

In het vorige artikel over ons kerkelijk erfgoed traden we de wereld binnen van het Latijn. Latijn was vroeger wel meer gebruikelijk maar het geeft toch wel hoofdbrekens bleek wel. Om in onze omgeving het Latijn te leren moest je vroeger naar de Latijnse school in Leeuwarden of naar de Universiteit in Franeker, opgericht in 1584. In Berltsum was dan wel geen Latijnse school maar wel heel lang een gewone school. Ik denk niet dat de kinderen daar veel Latijns leerden maar in de oude kerk werd in de middeleeuwen voor de Reformatie in 1580 wel Latijns gesproken. Het Latijn was daarom niet vreemd. Aan de westkant van het Centrum is een oude memoriesteen ingemetseld met een Latijnse tekst. Hieruit blijkt, dat er al in de middeleeuwen op deze plek een school stond. De vertaling van de Latijnse tekst is namelijk als volgt: In het jaar 1617 wordt deze school, die door ouderdom is ingestort, herbouwd uit het fonds van de Berlikumer Patroon, als Tading van Adelen administrateur (van genoemd fonds) is. De school was dus in 1617 ingestort en werd toen herbouwd. Wanneer de ingestorte school gebouwd is weten we niet maar dat zal rond 1500 geweest zijn zo niet ouder. In een eerdere aflevering heb ik al de gedenksteen in de kerk naast de ingang genoemd. Deze is bij de restauratie van de Koepelkerk in 1980 gevonden en gerestaureerd. Deze steen vermeld dat in 1773 een nieuwe school gebouwd is en wel zeker op de plek waar nu het Centrum is. De nieuwe school heeft hier dus 156 jaar gestaan. De schoolgebouwen werden gewoon uit de kerkenkas betaald. Om de tijdlijn maar even door te trekken: die school werd in 1908 vervangen door een nieuw gebouw aan de Hôfsleane. We gaan nog even terug naar de oude Latijnse tekst. De school is dus gebouwd na de Reformatie in 1580 waarbij de roomse gebruiken werden afgeschaft. Maar kennelijk bleven de fondsen nog gewoon bestaan. De pastoor in Berltsum werd tot de Reformatie uit het fonds van de Berltsumer patroon betaald en 36 jaar na de Reformatie bestond dat fonds nog gewoon. Het werd beheerd door Tading van Adelen die op Hemmema state woonde. De memoriesteen herinnert ons eraan, dat er al ruim 500 jaar een school in Berltsum staat. Een kleine schilderbeurt van de steen is dus wel op zijn plaats. Durk Osinga, Tsjerkelûden oktober 2019

10 01, 2023

Sijbren Lautenbach (1919-1945)

2023-01-10T08:16:35+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Sijbren Lautenbach (1919-1945)

In een zaal van de Kruiskerk hangt een tekening over Sijbren Lautenbach, die in 1945 in Bergen Belsen om het leven kwam. Toen ik die tekening zag vond ik dat een goede aanleiding om in deze maand daar in deze rubriek wat over te schrijven. Hoe deze tekening daar komt weet ik niet maar deze gedenktekening kan worden beschouwd als een symbool van de strijd en de slachtoffers tijdens de oorlog 1940-1945. Sijbren Lautenbach is geboren in 1919 en woonde op De Kamp. Hij zat in de oorlog in het verzet in Delft, werd daar opgepakt en hij is in het concentratiekamp Bergen Belsen gestorven op 25 april 1945. Hij is voor zover mij bekend de enige Berltsumer uit het verzet die in de oorlog gesneuveld is. Toch heeft die oorlogstijd veel meer wonden geslagen bij Berltsumers. Meerdere dorpsgenoten zijn toen opgepakt en niet iedereen is teruggekomen. We vinden het nu vreemd dat dit niet algemeen bekend is maar daar werd eigenlijk niet over gesproken. Het volgende citaat van het Fries Verzetsmuseum zegt genoeg. ‘Bij hun thuiskomst werden de veelal vermagerde, uitgeputte en hongerige mannen [soms] geconfronteerd met de vraag waarom ze niet hadden ondergedoken. Of durfden ze niet? En wat hadden ze wel niet uitgespookt, daar in Duitsland?’. Als ik het dagboekje van Romke van Reenen lees, zijn er diverse mensen opgepakt. Jongeren moesten zich melden voor de Arbeitseinsatz maar deden dat vaak niet en doken onder in een van de hokjes op het land. Op 21 januari 1945 werd de Gereformeerde kerk omsingeld met het doel de jongeren die zich niet hadden gemeld, gevangen te nemen. Omdat de jongeren niet in de kerk waren hebben ze ouderen van ongeveer 40-45 jaar meegenomen. De organist Jan van der Meij had zich in het orgel verstopt. Wie kan me daar meer over vertellen? De Duitsers  hadden begin 1945 mensen nodig om de door bombardementen verwoeste haven van Wilhelmshaven (bij Bremen) weer te herstellen. Daarom werden veel mensen opgepakt in Noord Nederland. Een broer van mijn mem, Siebren Quarré, is op 12 januari 1945 tijdens spertijd gevangengenomen en naar het strafkamp in Wilhelmshaven gebracht om daar te werken. Na zijn terugkomst in april werd daar niet veel over gesproken. Ik ben sinds kort veel meer te weten gekomen over de ontberingen daar. Zo zullen er veel meer mensen geweest zijn met traumatische oorlogservaringen. De huidige coronacrisis en de druk die dat legt op de zorg in de ziekenhuizen wordt ook wel vergeleken met een oorlogstijd. Deze coronacrisis is nog niet voorbij en zal denk ik een grote nasleep hebben bij direct betrokkenen maar ook bij de verpleging en verzorging. Ook voor ons als kerkgemeenschap ligt daar een belangrijke rol. Onbedoeld is de gedenktekening over Sijbren Lautenbach daarvan een blijvende aansporing. Durk Osinga, Tsjerkelûden April 2020  

10 01, 2023

Stemmen in de kerk

2023-01-10T08:05:39+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Stemmen in de kerk

Een tijdje geleden had ik de beurt om de mensen welkom te heten in de Koepelkerk. Mijn oog viel op de oude stembus, die daar wat verloren in een hoekje staat. Afgedankt lijkt het wel. Hoewel, er zaten enkele giften in dus had hij toch nog dienst. Het stemmen bij kerkelijke zaken had vroeger heel wat voeten in de aarde. Je moest gerechtigd zijn om te stemmen: je moest lidmaat zijn en vrouwen mochten ook in kerkelijke zaken heel lang geen stem uitbrengen. Tot in het midden van de 19e eeuw mochten alleen de zogenaamde floreenplichtige lidmaten stemmen. Dat waren mannen die floreenbelasting (grondbelasting) betaalden. Dat hield in dat zij land bezaten. Het was precies bekend hoeveel mensen konden stemmen en hoeveel stemmen ze bezaten en er werd volgens mij op naam gestemd. Grootgrondbezitters hadden dus een grote stem in het kapittel. Uiteraard werd in de kerk gestemd. Dat de mannen niet altijd eenstemmig waren bleek in 1871 toen gestemd werd voor een nieuw te beroepen predikant. Het werd een hele rel tussen vrijzinnigen en orthodoxen in de kerk. De stembus op de foto dateert waarschijnlijk uit de 2e helft van de 19e eeuw. De stembus heeft heel wat veranderingen meegemaakt in 150 jaar. Nog niet zo lang geleden kon er uit een tweetal gestemd worden voor kerkenraadsleden. En gelukkig kan er al heel lang op vrouwen worden gestemd in de kerkenraad. Momenteel wordt er zelfs niet meer gestemd maar worden mensen gevraagd of zij mee willen doen in het kerkenwerk en zo mogelijk als kerkenraadslid. En dat lukt nog steeds en de plaatselijke regeling is daarop aangepast. Met wijkbezoekers en wijkcontactpersonen is een meer bij deze tijd passende structuur ontstaan in het pastoraal werk. De diakenen hebben veel vrijwilligers waar ze een beroep op kunnen doen. De kerkrentmeesters hebben diverse commissies om hun bij te staan. Het belangrijkste is, dat het kerkenwerk doorgaat en dat is geen verschil met vroeger. En de stembus? Die doet als zodanig geen dienst meer. Een andere stembus wordt gebruikt voor oude postzegels en heeft dus weer een functie. Belangrijk is dat de gemeente een meerstemmig gezang laat horen zonder dissonanten. Misschien is de functie nu, dat de oude stembus ons daaraan blijft herinneren bij het binnenkomen en verlaten van de Koepelkerk.   Durk Osinga, Tsjerkelûden mei 2019

10 01, 2023

Van psalmbord tot beamerscherm

2023-01-10T08:01:24+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Van psalmbord tot beamerscherm

Het zingen van liederen, psalmen en gezangen heeft vanaf het begin van het protestantisme een belangrijke plaats in de eredienst. Vroeger nam dit veel tijd in beslag omdat het tempo en ritme waarin werd gezongen langzamer was. De kerkdiensten duurden ook veel langer. Tegenwoordig nemen muziek en beeld een belangrijker plaats in tijdens de kerkdienst. Een beamer is dan een logisch vervolg op het psalmbord. En de diensten duren korter. Kerkliederen worden al sinds 1568 op borden aangegeven.  Dit gaat terug op een besluit van het Convent van Wesel in dat jaar. Dat convent werd gehouden in een periode waarin het protestantisme in Nederland voet aan de grond kreeg. Toen werd gekozen voor de psalmberijming van Petrus Datheen. In 1773 kwam er een nieuwe psalmberijming. In 1806 verscheen er een bundel met Evangelische Gezangen In de Kruiskerk was de vernieuwing van het aangeven van de te zingen liederen en de te lezen bijbelgedeelten al in 1964 ingezet met de ingebruikname van de kerk. Eerst in keurige moderne letters en cijfers aan de muur zonder bord. Na de komst van de beamer raakte deze wijze van het aangeven in onbruik. In de Koepelkerk zijn nog 5 psalmborden aanwezig, twee heel oude uit de 17e eeuw, deze hangen aan de beide pilaren. Deze hebben een vorm die doet denken aan de vroeg renaissance maar meer kan er niet over worden geschreven. Verder zijn er 3 gelijke borden waarvan een al jaren in de kelder staat. Een van de twee andere psalmborden had (voor mij) een verrassing. Deze was aan de achterkant gesigneerd. De kosters wisten dit natuurlijk allang als zij de borden van hun plaats haalden en de psalmen en gezangen met krijt noteerden. De maker volgens het kerkboek is L.G. van der Meij die in 1854 betaald kreeg voor het leveren van nieuwe tekstborden. Waarschijnlijker is dit Lourens Aukes van der Meij. De schilder is H.de Valk, dit staat in zwierige letters op de achterkant met het jaartal 1854. Hendricus Johannesz de Valk was schilder (‘verwer’) eerst in St. Jacobi Parochie en later in Berltsum waar hij in 1856 overleed. In januari 2018 hebben de oude psalmborden aan weerskanten van de preekstoel plaats gemaakt voor beamerschermen. Deze psalmborden hebben een plaats gekregen onder het orgel. De borden waren eeuwenlang een onmisbaar onderdeel van het kerkinterieur. Deze borden nodigen uit om een deel van het verhaal van de kerk in de afgelopen eeuwen te vertellen. Daar kan geen beamerscherm tegenop.   Durk Osinga, Tsjerkelûden juli 2019

10 01, 2023

Brood en wijn gaan van hand tot hand

2023-01-10T07:51:35+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Brood en wijn gaan van hand tot hand

In de avondmaalsdienst van 13 januari 2019 sprak dominee Bouwknegt over het brood en de wijn die Jezus ons in handen heeft gelegd om te gaan van hand tot hand. Een zin om vast te houden en deze gaf mij aanleiding om de gewoonte in onze kerk (en vroeger kerken) eens nader te bespreken. In onze gemeente gaat vanouds het brood en de wijn van hand tot hand. Aan dit van hand tot hand doorgeven zit ook een symbolische, diepere betekenis. Het delen van het brood en wijn gaat niet alleen over het delen van brood en wijn door de Here Jezus met ons. Het gaat ook over het doorgeven van deze gave van hand tot hand aan alle gelovige mensen. Dat geeft verbinding. Dit doorgeven gaat al vanaf het begin van de Protestantse Gemeente in Berltsum die in 1580 uit de Rooms Katholieke kerk is ontstaan. De oudste zilveren avondmaalsbeker is uit 1601, en later zijn daar in 1818 twee en 1953 nog een zilveren beker aan toegevoegd. Het brood gaat rond met 4 schalen van plate waarvan 2 met een inscriptie uit 1923. De bekers van de voormalige Hervormde Gemeente zijn voorzien van een inscriptie en een afbeelding van de 3 bekende kerkgebouwen. Ik denk, dat deze in 1953 aangebracht zijn op alle 4 bekers. Het oude avondmaalstel van de voormalige Gereformeerde Kerk is vorig jaar al eens besproken. Ook de recentere aanvullingen zijn nu even weggelaten. De oudste beker uit 1601 heeft als opschrift: PATRONUS BELCKUMANUS ME FIERE FECIT 1601 IAN THOENIS SOEN KERCKFOECHT ENDE DIAKEN WILCKE  BAUCKES MEDE KERCKFOECHT. Wilcke Baukes was dus zowel diaken als kerkvoogd! Opvallend is, dat de tekst deels in het Latijn en deels in het Nederlands is geschreven. “De Berlikumer patroon (dominee) heeft me laten maken 1601”. De twee bekers uit 1818 hebben beide het volgende opschrift: Ao 1818 IS DEZE BEKER TOT GEBRUIK VAN ’S HEEREN H. AVONDMAAL AANGEKOCHT UIT DE DIACONIE KAS DER HERVORMDE GEMEENTE VAN J.C. TE BERLIKUM, DESTIJDS WAS ALDAAR PREDIKANT G. VAN DER TUUK OUDERLINGEN K.J. WERKHOVEN EN T.P. DE BOER DIAKENEN L.K. BOOMSTRA EN H.W. DIJKSTRA. Zeer waarschijnlijk is dit opschrift ook later aangebracht. De jongste beker heeft een opschrift in het Grieks en Fries DRINK DER ALLEGEARRE ÚT! MAT. 26 VS 27 MAKKE 1953 FOAR HERF. GEM. BERLTSUM. Twee avondmaalschalen hebben het opschrift AAN DES HEEREN DIENST GEWIJD JULI 1923 PRED. Ds. VAN EYCK VAN HESLINGA KERKVOOGDEN D.A. SANTHUIZEN L.D. BRAAKSMA J.W. TUININGA. Opvallend is, dat de diakenen helemaal niet worden genoemd! Het zijn alle bekende Berltsumer achternamen zodat de oudste generatie even kan puzzelen wie dit waren. Maar het geeft ook aan dat het doorgeven van het brood en de wijn al meer dan 4 eeuwen plaatsvindt in Berltsum.   Durk Osinga februari 2019

10 01, 2023

Borduurwerk Kruiskerk

2023-01-10T07:47:25+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Borduurwerk Kruiskerk

Op een gegeven ogenblik viel mijn oog op het borduurwerk in de kerkenraadskamer van de Kruiskerk. Het is gemaakt in 1992 en laat veel bijbelse verhalen zien en ook veel symbolische figuren. Ik heb diverse mensen gevraagd wie dit heeft gemaakt maar niemand kon me dat vertellen. Misschien dat u mij uit de droom kunt helpen. Aan de onderkant staan links en rechts de letters O en B. Misschien de maakster? Je kan een hele tijd naar de afbeeldingen kijken en je ontdekt steeds meer verhalen. Deze staan erbij geschreven, zoals Saul en David, Jacob’s droom en De vijf wijze maagden. Moeilijker wordt het met de symbolen, zoals de pelikaan, Pax Christi, de levensboom. Veel symbolen zijn al heel oud en verwijzen naar de Joodse traditie. Anderen zijn in de loop der eeuwen ontstaan, zoals de vis, het herkenningsteken van de vervolgde christenen in Rome. Het zou heel mooi zijn, dat we de informatie achterop de lijst zetten zodat men later ook weet, wie het gemaakt heeft en wat de voorstellingen zijn. Wie kan me ze allemaal noemen? Je kan ze me mailen: durkosinga@upcmail.nl of bellen mag ook 0518-452345. (Nagekomen:  een ouder exemplaar is in 1981 gemaakt door mw. Regina van der Wal geboren en getogen in Dronryp).   Durk Osinga Tsjerkelûden november 2018

8 01, 2023

Mitterreither orgel Koepelkerk

2023-01-08T07:24:58+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Mitterreither orgel Koepelkerk

We kunnen al enkele maanden weer genieten van het 'elegantste orgel van Friesland', aldus de typering door Theo Jellema, de orgeladviseur van de kerkrentmeesters. Onze gemeente beschikt over goede organisten, die door dit orgel worden uitgedaagd om het maximale te halen uit dit instrument. En dat doen ze allemaal met veel enthousiasme! Door hun spel en de gemeentezang wordt God alle eer gebracht tijdens de kerkdiensten. Het eindrapport, dat Theo Jellema schreef, volgt hierna (nagenoeg integraal). Eindrapport over de restauratie van het Mitterreither-orgel Het orgel en zijn geschiedenis Johannes Mitterreither, orgelmaker te Leiden, bouwde het orgel in 1780 in de toen juist voltooide Koepelkerk. Het is het enige orgel van zijn hand in de provincie Fryslân. Niet alleen dáárdoor neemt het in het Friese orgellandschap een unieke plaats in. Geen ander Fries orgel heeft op slechts één manuaal het zeer royale aantal van 14 registers. Het orgel heeft dan ook een buitengewoon kleurenpalet, dat loopt van een Prestant 16' discant tot een Flageolet 1', een Mixtuur én een Cornet bevat en twee tongwerken. Na wijzigingen in 1854, 1894, 1929 en 1949 werd de oorspronkelijke staat hersteld in 1980 door Orgelmakerij Reil. De staat van het orgel vóór de thans uitgevoerde restauratie Al vanaf de jaren '90 vertoonden zich aan het orgel gebreken. Een inventarisatie daarvan door ondergetekende in december 2010 resulteerde in de volgende opsomming: niet meer functionerend c.q. ontbrekend hang- en sluitwerk lekke windladen niet soepel en betrouwbaar functionerende registermechaniek teveel zijwaartse speling en gerammel in de toetsen van het handklavier en van het pedaal geringe stemschade aan sommige metalen pijpen beginnende oxidatie aan een klein aantal pijpvoeten slechte klank van de Prestant 8', vooral waar het de frontpijpen betreft pijpen van beide tongwerken waarvan de koppen in de stevels zakken verlopen intonatie van de tongwerken.   De uitgevoerde werkzaamheden In het kader van de in 2015 uitgevoerde restauratie (begeleid door ondergetekende als adviseur en dhr. R. van Straten namens de RCE) zijn bijna alle onderdelen van het orgel vervoerd naar de werkplaats van de orgelmakers in Heerde. Alle onderdelen die daar om vroegen (en in het rapport van de adviseur en de offerte van de orgelbouwer waren omgeschreven) zijn geheel gerestaureerd. Bij de inbouw van de gerestaureerde onderdelen in de kerk in november 2015 zijn de speel- en registermechaniek nauwkeurig afgeregeld. De intonatie is nagelopen en verbeterd waar nodig. Bij de restauratie van de windladen is gelet op klimaatbestendigheid (de huidige restauratiemethoden leveren betere resultaten dan in 1980 bereikt konden worden). In de houten koppen van de tongwerkpijpen zijn kleine messing spijkertjes aangebracht (in elke kop twee) zodat zij niet meer in de stevels kunnen zakken. Er zijn 40 gecorrodeerde pijpvoeten vervangen. Er is voor het orgel een transpositieklavier gemaakt. Om gebruik hiervan zinnig te maken is de in 1980 aangebrachte Werckmeister-III-stemming gewijzigd in een stemming Neidhardt Grosse Stadt.   Oplevering en bevindingen Op 2 december 2015 is het orgel door Orgelmakerij Reil B.V. weer opgeleverd. Door mij is vastgesteld dat alle werkzaamheden zeer nauwkeurig overeenkomstig de beschrijvingen [. . .]

Stichting Oudheidkamer De Grusert  |  BERLTSUM

Ga naar de bovenkant