10 01, 2023

Oude grafsteen geeft zijn geheimen prijs

2023-01-10T08:25:13+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Oude grafsteen geeft zijn geheimen prijs

In de Koepelkerk ligt naast het doophek een oude grafsteen van de moeder van Peter Stuyfsant, de oud-gouverneur van Nieuw Amsterdam ofwel New York. Zij was de vrouw van Balthasar Stuyfsant en hij was predikant in Berlikum van 1622 tot 1634. Zij overleed op 2 mei 1625, oud 50 jaar en werd in vorige kruiskerk op de plek van de Koepelkerk begraven. Deze steen kwam met een aantal andere grafstenen tevoorschijn bij de grote restauratie van 1970 – 1980 en ze hebben een plaats gekregen rondom en onder het doophek. Tijdens Tsjerkepaad en Kunst in Kerken wordt vaak gevraagd naar deze steen. De vrijwilligers vertellen ook over deze grafsteen en men vindt het altijd heel bijzonder. De steen laat de familiewapens zien van Balthasar Stuyfsant en zijn  vrouw Margareta Hardenstein. Naast de gebruikelijke grafteksten staat op de grafsteen een Latijnse tekst. In het verleden hebben zich al enkelen het hoofd hierover gebroken. Met de goede hulp van dr. Jacob van Sluis (inderdaad, de man van Maartje) is nu de tekst ontrafeld. Het heeft ook hem enkele slapeloze nachten gekost en helemaal zeker is ook hij niet over de vertaling. Waarschijnlijk kende de steenhouwer geen latijn  of heeft ds. Stuyfsant hier en daar Grieks en Latijn door elkaar gehaald? De gemeenteleden zullen het voor juist aangenomen hebben, dominee zal het immers wel weten. De Latijnse tekst is vertaald als volgt. [Eenmaal] geboren sterven we, stervend leven wij, het eerste bracht de ene Adam teweeg, het tweede bewerkte de andere Adam. O Christus, kom, zie en overwin voor de uwen. Gestorven kon U voor Uzelf de dood overwinnen, U was er om de dood uit te wissen. Zo werd [maakte??] ik [op] aarde een rode vlek [rood kan ook slaan op aarde] zonder 16 engelen [?] en zo werd de dood mij een winst en U bent het leven, Christus.   Wel is de tekst duidelijk, dat de Christus de dood heeft overwonnen door zijn dood aan het kruis voor wie in Hem geloven. En die boodschap horen wij nog elke week in de kerk. Durk Osinga, Tsjerkelûden augustus 2019

10 01, 2023

Stemmen in de kerk

2023-01-10T08:05:39+01:0010 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Stemmen in de kerk

Een tijdje geleden had ik de beurt om de mensen welkom te heten in de Koepelkerk. Mijn oog viel op de oude stembus, die daar wat verloren in een hoekje staat. Afgedankt lijkt het wel. Hoewel, er zaten enkele giften in dus had hij toch nog dienst. Het stemmen bij kerkelijke zaken had vroeger heel wat voeten in de aarde. Je moest gerechtigd zijn om te stemmen: je moest lidmaat zijn en vrouwen mochten ook in kerkelijke zaken heel lang geen stem uitbrengen. Tot in het midden van de 19e eeuw mochten alleen de zogenaamde floreenplichtige lidmaten stemmen. Dat waren mannen die floreenbelasting (grondbelasting) betaalden. Dat hield in dat zij land bezaten. Het was precies bekend hoeveel mensen konden stemmen en hoeveel stemmen ze bezaten en er werd volgens mij op naam gestemd. Grootgrondbezitters hadden dus een grote stem in het kapittel. Uiteraard werd in de kerk gestemd. Dat de mannen niet altijd eenstemmig waren bleek in 1871 toen gestemd werd voor een nieuw te beroepen predikant. Het werd een hele rel tussen vrijzinnigen en orthodoxen in de kerk. De stembus op de foto dateert waarschijnlijk uit de 2e helft van de 19e eeuw. De stembus heeft heel wat veranderingen meegemaakt in 150 jaar. Nog niet zo lang geleden kon er uit een tweetal gestemd worden voor kerkenraadsleden. En gelukkig kan er al heel lang op vrouwen worden gestemd in de kerkenraad. Momenteel wordt er zelfs niet meer gestemd maar worden mensen gevraagd of zij mee willen doen in het kerkenwerk en zo mogelijk als kerkenraadslid. En dat lukt nog steeds en de plaatselijke regeling is daarop aangepast. Met wijkbezoekers en wijkcontactpersonen is een meer bij deze tijd passende structuur ontstaan in het pastoraal werk. De diakenen hebben veel vrijwilligers waar ze een beroep op kunnen doen. De kerkrentmeesters hebben diverse commissies om hun bij te staan. Het belangrijkste is, dat het kerkenwerk doorgaat en dat is geen verschil met vroeger. En de stembus? Die doet als zodanig geen dienst meer. Een andere stembus wordt gebruikt voor oude postzegels en heeft dus weer een functie. Belangrijk is dat de gemeente een meerstemmig gezang laat horen zonder dissonanten. Misschien is de functie nu, dat de oude stembus ons daaraan blijft herinneren bij het binnenkomen en verlaten van de Koepelkerk.   Durk Osinga, Tsjerkelûden mei 2019

8 01, 2023

Mitterreither orgel Koepelkerk

2023-01-08T07:24:58+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Mitterreither orgel Koepelkerk

We kunnen al enkele maanden weer genieten van het 'elegantste orgel van Friesland', aldus de typering door Theo Jellema, de orgeladviseur van de kerkrentmeesters. Onze gemeente beschikt over goede organisten, die door dit orgel worden uitgedaagd om het maximale te halen uit dit instrument. En dat doen ze allemaal met veel enthousiasme! Door hun spel en de gemeentezang wordt God alle eer gebracht tijdens de kerkdiensten. Het eindrapport, dat Theo Jellema schreef, volgt hierna (nagenoeg integraal). Eindrapport over de restauratie van het Mitterreither-orgel Het orgel en zijn geschiedenis Johannes Mitterreither, orgelmaker te Leiden, bouwde het orgel in 1780 in de toen juist voltooide Koepelkerk. Het is het enige orgel van zijn hand in de provincie Fryslân. Niet alleen dáárdoor neemt het in het Friese orgellandschap een unieke plaats in. Geen ander Fries orgel heeft op slechts één manuaal het zeer royale aantal van 14 registers. Het orgel heeft dan ook een buitengewoon kleurenpalet, dat loopt van een Prestant 16' discant tot een Flageolet 1', een Mixtuur én een Cornet bevat en twee tongwerken. Na wijzigingen in 1854, 1894, 1929 en 1949 werd de oorspronkelijke staat hersteld in 1980 door Orgelmakerij Reil. De staat van het orgel vóór de thans uitgevoerde restauratie Al vanaf de jaren '90 vertoonden zich aan het orgel gebreken. Een inventarisatie daarvan door ondergetekende in december 2010 resulteerde in de volgende opsomming: niet meer functionerend c.q. ontbrekend hang- en sluitwerk lekke windladen niet soepel en betrouwbaar functionerende registermechaniek teveel zijwaartse speling en gerammel in de toetsen van het handklavier en van het pedaal geringe stemschade aan sommige metalen pijpen beginnende oxidatie aan een klein aantal pijpvoeten slechte klank van de Prestant 8', vooral waar het de frontpijpen betreft pijpen van beide tongwerken waarvan de koppen in de stevels zakken verlopen intonatie van de tongwerken.   De uitgevoerde werkzaamheden In het kader van de in 2015 uitgevoerde restauratie (begeleid door ondergetekende als adviseur en dhr. R. van Straten namens de RCE) zijn bijna alle onderdelen van het orgel vervoerd naar de werkplaats van de orgelmakers in Heerde. Alle onderdelen die daar om vroegen (en in het rapport van de adviseur en de offerte van de orgelbouwer waren omgeschreven) zijn geheel gerestaureerd. Bij de inbouw van de gerestaureerde onderdelen in de kerk in november 2015 zijn de speel- en registermechaniek nauwkeurig afgeregeld. De intonatie is nagelopen en verbeterd waar nodig. Bij de restauratie van de windladen is gelet op klimaatbestendigheid (de huidige restauratiemethoden leveren betere resultaten dan in 1980 bereikt konden worden). In de houten koppen van de tongwerkpijpen zijn kleine messing spijkertjes aangebracht (in elke kop twee) zodat zij niet meer in de stevels kunnen zakken. Er zijn 40 gecorrodeerde pijpvoeten vervangen. Er is voor het orgel een transpositieklavier gemaakt. Om gebruik hiervan zinnig te maken is de in 1980 aangebrachte Werckmeister-III-stemming gewijzigd in een stemming Neidhardt Grosse Stadt.   Oplevering en bevindingen Op 2 december 2015 is het orgel door Orgelmakerij Reil B.V. weer opgeleverd. Door mij is vastgesteld dat alle werkzaamheden zeer nauwkeurig overeenkomstig de beschrijvingen [. . .]

8 01, 2023

De pelikaan op de preekstoel

2023-01-08T06:33:44+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor De pelikaan op de preekstoel

Als we in de Koepelkerk samenkomen, luisteren we als het goed is naar de dominee. Maar soms willen de gedachten wel een afdwalen. Als dat gebeurt, laat je ogen dan eens afdwalen naar de lessenaar waar de oude statenbijbel op ligt. De lessenaar wordt ondersteund door een vogel, die vlees prikt uit zijn hals en daarmee zijn jongen voedt. Deze vogel is de pelikaan. In een eerder artikel is de pelikaan als symbool van de opofferende liefde al even genoemd. Dit symbool is gebaseerd op de legende, dat pelikanen vlees uit hun eigen borst pikken en daarmee hun jongen voedt. In de oudste christelijke dierenboeken wordt een vergelijking gemaakt tussen de pelikaan die zijn kinderen met zijn eigen bloed voedt en Christus die zijn bloed voor de mensheid heeft vergoten. De lijdenstijd en Pasen is de tijd dat wij het lijden van Jezus gedenken en vieren wij de opstanding van Jezus uit de dood. Deze opofferende liefde van Jezus Christus heeft ons immers bevrijd van alle zonden. Dat een kerk in Leeuwarden de Pelikaankerk heet, is niet alleen een verwijzing naar de Pelikaanstraat, waar deze kerk staat maar zeker ook een verwijzing naar Jezus Christus. Als je dan even afdwaalt van de liturgie en je ogen vasthoudt aan de pelikaan en deze symboliek, dan is de aanwezigheid in de kerk niet voor niets geweest. Het houtsnijwerk is gemaakt door Johannes George Hempel, die woonde in Sneek en Harlingen en is afkomstig uit Duitsland. Hempel heeft veel houtsnijwerk gemaakt in Sneek (stadhuis) en Harlingen (Grote Kerk en woonhuizen). Hij heeft in 1768 de bijzondere preekstoel en doophek in Sexbierum gemaakt en in 1779 de preekstoel en doophek in de Koepelkerk. In de Vrije Fries 2015 staat een uitgebreid overzicht over Hempel en zijn houtsnijwerk. De preekstoel en doophek in Sexbierum is ouder en Hempel heeft veel symbolen ook gebruikt in de Koepelkerk zoals de vier jaargetijden en de pelikaan. Deze vormt daar de bekroning op de houten doopboog aan het doophek.   Durk Osinga Tsjerkelûden april 2017    

8 01, 2023

Wizerplaten op de Koepeltsjerke

2023-01-08T06:25:28+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Wizerplaten op de Koepeltsjerke

Doe ’t de Koepeltsjerke yn 1779 oplevere waard, sieten der mar twa wizerplaten oan de lantearne befêstige, te witten ien oan de East-side en ien oan de Súd-side. Wizerplaten oan de Noard- en West-side fûn men net nedich, sa like it. Dêr wennen ommers dochs gjin minsken. Wêrom soe men sa it jild fuortsmite. Oan de Westkant fan de Koepeltsjerke wie dêr allinne mar it greidlân fan de Hurdegarypster feeboer Reitsma en oan de Noard-kant, no de Bûterhoeke, wie allinne mar in modderreed. Dy rûn by de feart lâns mei dêr tusken it tsjerkhôf en de East-ynjen opfeart (de doarpsfeart efter de Bûterhoeke) en der wiene wat stikjes túngrûn en in pear lytse hôfkes. Doe’t yn it begjin fan de 19de ieu begûn waard mei húzebou ensafuorthinne oan de Bûterhoeke kaam de winsk fan de bewenners dêr op, om ek oan dizze beide hjirboppe neamde keale siden fan de toer wizerplaten te befêstigjen. It hat noch lang duorre foardat dizze winsk fan de bewenners troch de tsjerkfâden yn ferfolling gien is. Yn 1929 binne pas dizze wizerplaten op de toer oanbrocht. Oan de hear Enne S. de Haan, klokke- en ynstrumintmakker destiids hjir yn de Buorren wenjende yn it hûs mei de wizerplaat yn de foargevel, waard dit wurk opdroegen. Enne is ek de útfiner west fan it elektrysk kloklieden. Oeral út it lân wei kamen minsken nei Berltsum ta om te sjen hoe dit wurke. Hy hat dêrnei in protte tsjerken yn de omkriten fan Berltsum en fierderop fan sa’n liedynstallaazje fersjoen. Klaas Holstes Meijer is hjir as feint by him kommen te wurkjen en hat letter de saak fan him oernommen. Yn de Bûterhoeke wie men der tige wiis mei, krekt as de skippers en in protte gerniers.   Watse H. Posthumus, Tsjerkelûden july 2017  

8 01, 2023

Wynwizer op de Koepeltsjerke

2023-01-08T06:25:53+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Wynwizer op de Koepeltsjerke

Op de wynwizer is in troanjend figuer te sjen mei yn syn rjochterhân in hoedersstêf en mei op de holle de pontifikale pauslike tiara mei dêroan twa ôfhingjende siden linten (dus gjin biskoplike miter). Boppe op de wynwizer stiet in do ôfbylde.   Allinne in krekt ta Paus keazen biskop mocht sa’n kopdeksel drage en dat barde foaral yn it earste jier fan syn pauslik amt (sa no en dan en by bepaalde feestlike tsjerklike gelegenheden). Dizze Paus kin hast net oars wêze as paus Gregorius I (de Grutte). Hy allinne wurdt mei in do ôfbylde dy’t him de hillige wurden fan God it ear ynflustert. De do yn de stalte fan de Hillige Geast.  Wat hat no dizze Gregorius I as opfolger fan de op 7-2-590 oan de pest ferstoarne Paus Pelagius II mei de oan de eardere Berltsumer krústsjerke wijde aartsingel te krijen? Yn ien fan de leginden komt foar, de ferskining op 25-4-590 fan de aartsingel Michaël boppe it Keizerlik Mausoleum yn Rome, mei in flamjend swurd yn de hân, om nei de prosesjes en boetedwaaning dêr, de pestepidemy wei te nimmen, dy’t Rome yn dy tiid taheister hie. Dat wie yn 590, it kroanjier fan Gregorius I op 3-9-590. Fandêr dy tiara op syn holle. Ut tankberens tsjinoer de aardsingel Michaël en ta eare fan dizze gesant fan God waarden der yn Rome njoggen Michaëlstsjerken stifte. It Mausoleum soe tenei de Ingelenboarch hjitte. De njoggende Michaëlstsjerke, dy’t as ienige oerbleaun is, kenne wy as “de tsjerke fan de Friezen”. Op 8 maaie wurdt yn Rome no noch elts jier dizze ferskining fan Sint Michaël oan Gregorius I. betocht. Syn feestdei is op 29 septimber. It soe nei alle gedachten wêze kinne, dat dizze nochal lytse wynwizer hjir op de Berltsumer toer earder op it daksútein stien hat fan de eardere tsjerke en de grutte, no net mear besteande wynwizer, op de sealtektoer fan destiids mei de ôfbylding fan de aartsingel Michaël. Sa stiet no noch, op de oan de Sint Joris wijde tsjerke fan Easterbierrum, Sint Joris op de toer. Biskop dr. M.P.M (Tiny) Muskens, lid fan de Fryske Akademy, skriuwt hjir ek oer yn syn boek : De kerk van de Friezen bij het graf van Petrus.   Watse H. Posthumus, Tsjerkelûden juli 2017  

8 01, 2023

Lam Gods wordt dorpswapen en clubwapen van SC Berlikum

2023-01-08T06:26:11+01:008 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Lam Gods wordt dorpswapen en clubwapen van SC Berlikum

In de Koepelkerk is bij de grote restauratie in 1970-1980 een gevelsteen in de muur gemetseld. Deze middeleeuwse steen kwam uit de brug over de Menamerfeart, toen die in 1953 verbreed werd tot de huidige brug. Het was niet toevallig, dat deze steen in de brug gemetseld was. De voorganger van deze brug was een stenen pijp zoals je ze ook nog ziet in de steden. Deze pijp was eigendom van de kerk en de kerk verhuurde jaarlijks de visserij in deze Tichelerspijp. Wat staat er op deze gevelsteen Op deze steen staat een afbeelding van een romaanse kerk en op het dak een liggend lam, dat een vaandel draagt. Het lam met een vaandel is een rooms katholieke voorstelling van het zegevierende Lam Gods (=Jezus Christus ) of ook wel het Sint Jans Lam. Als je even googled op internet kom je beide afbeeldingen tegen. In het Latijn is dit het Agnus Deï. In de middeleeuwen was de kerk in Berltsum een rooms katholieke kerk zoals overal, dus deze afbeelding was niet zo vreemd. De afbeelding van de kerk is nog wel een raadsel. De voorganger van de huidige Koepelkerk was een kruiskerk, die in 1348 gereed kwam. Deze kerk had twee aanbouwen of kapellen. In die tijd bestond er ook een Jansleen, waarvan de opbrengst aan de kerk toekwam. Misschien was een van de kapellen wel gewijd aan het Jansleen en ligt hier een link met het Sint Jans Lam. We zullen het wel nooit precies te weten komen. De kerk zelf was gewijd aan Sint Michael. Een vergelijkbare afbeelding van deze gevelsteen staat op de oudste avondmaalsbeker uit 1601, op het memoriebord in de kerk en op één van de kerkstempels. Er is dus zeker een oude relatie tussen deze afbeelding en de kerk van Berltsum. Dorpswapen en clubwapen In de 70-er jaren is de dorpskrant Op 'e Roaster in het leven geroepen. Na enige tijd is het logo van de krant gevormd met de afbeelding van de kerk met het Lam Gods op een wapenschild en een kroon. Enkele jaren geleden is dit gemoderniseerd met het liggende lam en het vaandel en de Koepelkerk op de achtergrond. De SC Berlikum heeft een clubwapen ontwikkeld met een in het wapenschild de oude afbeelding van de romaanse kerk en het lam met het vaandel in wit op een oranje achtergrond. Dit schild is gedekt met een kroon en heeft als onderschrift S.C. Berlikum.  Tenslotte is een dorpsvlag ontwikkeld met alleen het liggende lam met een vaandel (kleur zilver) op een achtergrond met de kleuren rood en goud. Ik ga er van uit, dat dit het officiële dorpswapen is. Het is een mooie ontwikkeling, dat zo'n oude afbeelding van het Lam Gods, dat voor gelovigen symbool staat voor Jezus Christus , die de zonden voor ons weggedaan heeft, een breder gevolg gekregen heeft. Het staat nu symbool voor dorpsbrede activiteiten in de media, het voetbal en staat zelfs voor het dorp Berltsum. Het herinnert elke Berltsumer er aan, dat [. . .]

6 01, 2023

Doophek Koepelkerk

2023-01-08T06:26:44+01:006 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor Doophek Koepelkerk

Wat is nu een doophek ? De ruimte rond de preekstoel (kansel) wordt in de oude Hervormde kerken steeds omgeven door een meestal fraai gesneden houten hek. Aan de binnenkant voor de preekstoel was plaats voor de voorlezer of voorzanger met een katheder (voorleesplankje). Aan weerszijden waren banken voor de kerkenraad. Vanouds zitten de ouderlingen aan de kant van de trap naar de preekstoel en de diakenen in de andere bank ertegenover. De kerkenraad zit dus echt ‘yn it hek’., en die uitdrukking wordt nog steeds gebruikt. Waarom is dat zo? Het doophek diende in de protestantse kerk om de preekstoel als het eerbiedwaardigste kerkmeubel van de toehoorders-ruimte te scheiden. Dat besluit is in 1579 genomen in de synode van Dordrecht .De doop en eventueel ook het avondmaal vinden plaats in het doophek om het gewijde karakter van deze plaats te versterken. Het doopbekken is meestal met een koperen beugel verbonden aan de trap naar de preekstoel. Het doel was om de verkondiging van het woord centraal te stellen. Als de avondmaalstafel niet binnen het doophek geplaatst kon worden, wordt het avondmaal gevierd aan losse tafels vóór het doophek dan wel met een rondgaand avondmaal. De situatie in de Koepelkerk komt goed overeen met de hiervoor beschreven situatie uit het standaardboek van de Protestantse kerkbouw van dr. M.D. Ozinga. De kerkvoogden hadden tot 1951 een eigen herenbank achter in de kerk (de westelijke bank) maar vanaf de nieuwe kerkorde van 1951 waren de kerkvoogden lid van de kerkenraad en zitten zij bij de diakenen in de bank. Ik weet niet voor hoeveel personen de banken gebouwd waren maar volgens mij voor 2 of 3 personen aan weerszijden. Omdat de kerkenraad steeds groter werd, werd het krap in de bankjes en is, denk ik, een rooster opgesteld van de kerkenraadsleden, die dienst hebben. Een voltallige kerkenraad is alleen aanwezig bij een bijzondere gelegenheid en dan nemen de overige kerkenraadsleden plaats op de eerste rij stoelen. Al jaren vinden doopplechtigheden vóór het doophek plaats en niet meer binnen het hek, dit vanwege de betere zichtbaarheid. We vinden dit al heel gewoon. De opvattingen over het liturgisch centrum in de kerk zijn in de loop van de vorige eeuw veranderd. De avondmaalstafel kreeg een vaste plek terug in het liturgisch centrum samen met de preekstoel en doophek. In de loop der jaren is de kerk anders gaan kijken naar het gewijde karakter van de kerkenraad. De kerkenraad wordt steeds meer gezien als een deel van de gemeente met een bijzondere taak. Al sinds de reformatie in 1580 zijn de opvattingen over het kerk zijn gewijzigd en vonden soms kleine, soms grote wijzigingen plaats in de inrichting van het liturgisch centrum. Durk Osinga Gepubliceerd Tsjerkelûden sept/okt 2015 Bij de foto:  De versieringen in het doophek bestaan uit geometrische figuren met een draperie (doek). De rechthoek is versierd met een bloemmotief. De Lodewijk XVI-stijl markeert de terugkeer tot de puurheid van de kunstvormen van de klassieke oudheid. Die klassieke oudheid vindt je op veel plaatsen [. . .]

6 01, 2023

In blijde verwachting van nieuw leven

2023-01-08T06:27:01+01:006 jan 2023|Reacties uitgeschakeld voor In blijde verwachting van nieuw leven

Op de preekstoel in de Koepelkerk staan de vier jaargetijden in houtsnijwerk uitgebeeld op vier panelen: het voorjaar, de zomer, de herfst en winter. Deze keer gaan we het voorjaar eens van dichtbij bekijken. Detail van de preekstoel in de Koepelkerk Het paneel heeft aan de bovenkant een draperie, een kunstig opgehangen doek, zoals dat op meer houtsnijwerk in de kerk voorkomt, een typerend Lodewijk XVI stijlelement. Aan een lint zijn een ring met een vogelnest, een tak met bladeren en twee bloeiende tulpen gehangen. Het zijn duidelijk elementen uit het voorjaar. Zo’n lint is ook typerend voor deze stijlperiode waarin de klassieke oudheid sterk naar voren kwam. Deze linten maakten de strakke lijnen wat luchtiger. Onderaan het paneel rijst als het ware een bloem op uit de watergolven. Het lijkt op een lotusbloem. In 1779, toen dit houtsnijwerk werd gemaakt door de kunstenaar J.G. Hempel, hadden de mensen nog oog voor de symboliek in de kunstvormen. Dat zijn wij nu grotendeels kwijt. Denk je eens in, wat doet een broedende vogel op een preekstoel? De eieren in het nest van de broedende lijster (?) zijn een symbool van het mysterie van de schepping, het leven dat ontstaat en groeit in het oerdonker. De broedende vogel verwijst naar de aarde, die in verwachting is van de geboorte van Jezus, de adventstijd. De preekstoel in Sexbierum uit 1768 is zelfs in zijn geheel een vogelnest in een boom, en deze preekstoel is ook gemaakt door Hempel. De broedende vogel wordt omringd door een ring of krans van bladeren, het symbool van eeuwigheid en continuïteit. De tak verwijst naar de duif met een groene (olijf)tak, die terugkwam bij de ark van Noach na de zondvloed op aarde. Met deze tak wordt duidelijk gemaakt, dat het kwade voorbij is en dat er nieuw leven is op aarde. De tulpen zijn in het voorjaar gegroeid uit een bol in de donkere grond. Ook een teken van nieuw leven op aarde. Het zijn bostulpen, de ‘wylde tulp’, tegenwoordig aangegeven als stinzenflora. Op het kerkhof rond de kerk groeien ook bostulpen. De Engelse landschapstuin uit de 18e eeuw heeft een meer natuurlijke stijl en beplanting en in deze tuinen werden bolgewassen toegepast. In die tijd was dit een nieuwe tuinstijl. De lotusbloem of te wel waterlelie werd in veel volken geëerd. Doordat de plant in de winter lijkt te verdwijnen, werd de lotus onder meer ook een symbool van geboorte en wedergeboorte. De bloem was ook een symbool van de geestelijke groei van de mens, vanuit zijn nog gesloten knop van het hart, en van de potentie van de ziel om goddelijke volmaaktheid te bereiken. De geboorte van Jezus en de wedergeboorte van de mens hebben alles met elkaar te maken en worden verbeeld in deze uit het water oprijzende bloem. Met diverse symbolen uit het voorjaar heeft de kunstenaar dus de komst van Jezus uitgebeeld en de betekenis daarvan voor de mensen op aarde. Er is licht in de duisternis, hoe toepasselijk nog [. . .]

Stichting Oudheidkamer De Grusert  |  BERLTSUM

Ga naar de bovenkant